Hieronder wat leuke ideeën voor Club en jeugdwerk.
Spelletjes
Spelletjes voor Tienerdiensten
Kringspelen
Spel: Opsporing
verzocht
Alle tieners mogen elkaar goed bekijken. Dan sluiten ze de
ogen. Eén iemand wordt aangetikt die loopt naar de gang. De tieners mogen weer
kijken. De groepsleider speelt nu de politie en stelt vragen: Hoe heet de
verdwenen persoon? Wat voor kleur trui heeft het aan? Staat er een tekst op de kleren? Wat voor
schoenen, sokken? Draagt het een bril? Draagt het oorbellen? Hoe groot is de
persoon?. Als iedereen bevraagd is mag degene weer binnenkomen. Wat klopte en
wat niet?
Beweging memory.
We staan in een kring. Eén persoon gaat op de gang en in
tweetallen spreek je een beweging af. Degene die op de gang staat mag weer
binnenkomen en twee personen aanwijzen die hun eigen beweging doen. Zijn de
bewegingen gelijk dan heeft hij een punt. Hij gaat net zolang door totdat alle
tweetallen zijn gevonden.
Complimentenspel
De tieners zitten in een kring om een bak met spekkies heen.
Je mag zoveel pakken als je wilt maar voor elk spekkie moet je een positief
complimentje schrijven op een post-it en in een doos stoppen. Het complimentje
moet gericht zijn aan iemand uit de kring. We hangen alle papiertjes op de buitendeur.
Bij het naar huis gaan mag je de complimentjes lezen.
Spel: Elektrische schok
spel levend memory.
Ieder krijgt een zakje met een vrucht (appel, sinaasappel,
peer, appel, kiwi en citroen). Van elke vrucht zijn er 2. Je mag in het zakje
kijken maar niet aan de ander laten zien. Nu moet 1 iemand in het midden komen
en proberen 2 gelijken te vinden. Is hij af dan mag hij gaan zitten en mag de
volgende raden. Als hij iemand kiest die zijn eigen vrucht heeft dan is dat ook
een setje en mag hij doorgaan.
Spring door de
ring.
We gaan allemaal in een kring staan en geven onze handen te
gebruiken de hoepel door.
Psychiatertje.
We verzinnen als groep een lichamelijke en
"geestelijke" handicap. Bijvoorbeeld lichamelijk, je neus aanraken of met je voet wiebelen en
geestelijk, het woordje ik, eh, of maar. Eén gaat de kring uit en wij spreken
af wat we doen. Degene die weg was moet door vragen te stellen erachter komen
welke lichamlijke en geestelijke handicap we hebben.
Waar is de ring
Weer staan we in een kring en houden een rond koord vast.
Aan het koord zit een ring die we doorgeven. Degene die in de kring staat mag 3
keer raden waar de ring is.
Spel snoepje smaakt
naar…. Bijvoorbeeld alle woorden die beginnen met een L. Of volgorde van
het alfabet A, B, C Zak snoepjes en uitdelen als goed woord wordt uitgesproken.
Tieners moet zelf achter wat de regel komen is om een snoepje te krijgen. Wanneer
je een snoepje krijgt en niet aan elkaar vertellen.
Spel zip zap zop Je
wijst naar de ander en zegt zip waarop die ander naar een ander wijst en zap
zegt die dan weer naar een ander wijst en zop zegt en dan zo snel mogelijk.
spel crazy name
Verzin een passende bijnaam die begint met dezelfde letter
als je eigen naam. Bijvoorbeeld: drummende daniel, juichende jonathan, hevige
henze, dansende diane (Een variatie op het spel ik ga op vakantie en neem
mee....). De volgende persoon herhaalt de namen van alle vorige personen.
Whispers
challenge. Op deze manier De
zin de wordt voorgelezen aan degene die de koptelefoon is "zie ik sta aan
de deur en ik klop" Is de zin goed doorgefluisterd?
Groepsvertrouwen
We maken een kring en slaan de armen om elkaar heen. Eén
persoon staat buiten de kring en moet in de kring proberen te komen. Kan je op
elkaar aan.
keten
We maken een keten door op handen op de grond en de benen op
de rug van de ander te leggen. Veel hilariteit.
Estafette spelen
Bellen door de
hoepel.
Twee teams die allebei een potje bellenblaas krijgen. De
eerste mag een bel blazen en moet die bel door een hoepel blazen die verderop
omhoog wordt gehouden. Is de bel door de hoepel dan mag de volgende.
Waterspel:
buiten. 2 lege emmers en 2 volle emmers aan de overkant. Met
een bekertje water halen en in de lege emmer vullen in twee groepen. Welke zit
het meeste water.
balonnenestafette.
Twee aan twee en twee groepen. Elk stelletje staat met de
rug naar elkaar toe en daartussen een ballon.
Je handen houdt je op hoofd. Met z'n tweeën moet je zo snel mogelijk
naar de overkant en als je de muur aantikt mogen de volgende twee.
Ballonnenestafette 2
Back to back balonnenrace. twee teams moeten een ballon op
hun rug klemmen onder hun armen en tussen de knieën en deze ballonnen moet
overgepakt worden door het volgende team zonder handen. Na de race worden de
ballonnen geplet.
spagetti spel.
Twee aan twee met een spagetti in de mond naar de overkant
lopen maar pas op het is breekbaar.
kruiwagenspel.
We hebben twee groepen en als de ene de ander als kruiwagen
naar de overkant is gebracht mag de "kruiwagen" de volgende ophalen
en naar de overkant kruien tot iedereen naar de overkant is. Welke groep is als
eerste aan de overkant?
spel hoekepak
(paardje rijden). Ook twee groepen. De een bij de ander op
de rug een parcours afleggen. Welke groep is dit keer als eerste?
Propjes vangspel
Eén persoon houdt een emmer boven zijn hoofd en de anderen
van de groep gooien met propjes. Het team dat de meeste propjes vangt heeft
gewonnen. We praten erover door.
spel de rups.
Je gaat in twee rijen achter elkaar op de grond zitten en
houdt elkaars enkels vast door je handen naar achteren uit te strekken. Er is
een finishlijn en nu is het de bedoeling om al schuivend met elkaar naar de
overkant te komen. Welke groep is het snelst?
Maak de man
Je hebt nodig: lichaamsdelen van karton, 2 armen, 2 benen,
romp en hoofd, splitpennen en een dobbenlsteen. Het hoofd heeft nr.1, de romp
nr. 2, de linker en rechterbeen zijn 3 en 4 en de linker en rechterarm zijn 5
en 6. We vormen groepen en gooien om de beurt met een dobbelsteen. Welke groep
heeft als eerste een heel lichaam. Na dit spel mag de pop met splitpennen in
elkaar gezet worden en worden versierd.
Legospel
Spel twee groepen die allebei iemand kiezen die geblinddoekt
een legominisetje in elkaar moeten zetten op aanwijzingen uit de groep. Welke
groep heeft als eerste het setje in elkaar?
Zuigbal.
Er zijn twee groepen. Ieder krijgt een groot rietje. We
hebben luchtige chocoladebolletjes. De twee groepen gaan in een rij staan en de
eerste moet een balletje aan het rietje zuigen en doorgeven aan de volgende.
Waar ga je heen?
Dit spel is met een dobbelsteen. De dobbelsteen bepaald niet
het aantal stappen dat je mag zetten maar welke kant je de stap mag zetten. 1
en 6 in een stap vooruit. 2 een stap achteruit, 3 zelf kiezen, en 4 en 5 is
naar links en rechts. Het doel is aan de overkant van de kamer te komen door
het rollen van de dobbelsteen. Welke groep is het eerst aan de overkant?
Wat is in?
Renspel Muts, sjaal, hoed etc. 1 gaat het halen, 2 zet het
op. maar dan zeg je dat muts en de muts moet worden teruggelegd en de hoed moet
worden gehaald dus snel wisselen.
Pepermunt stapelen:
We doen een spel. Propjes in de emmer gooien. Een deel van
de groep gooit de propjes en een ander deel stapelt pepermuntjes. Als de
pepermuntjestoren omvalt worden de propjes in de emmer geteld.
Pingpongspel
spel waarbij je twee aan twee allebei een pingpongbal balanceren
op een kartonnen bordje. Je loop naar de emmer en probeert de pingpongbal erin
te gooien. Wie is als eerste. De winnaar moet weer met de winnaar en zo houden
we een winnaar over.
Pingpongspel 2.
In tweetallen met een kartonnetje al lopend naar de overkant
een pingpongbal overslaan en aan het einde in een emmertje proberen te krijgen.
Welke groep heeft de meeste pingpong ballen.
Close to you
spel met bierviltjes en 4 knijpers. We hebben alleen geen
bierviltjes dus hebben we een vierkant kartonnetje. Probeer met z'n vieren met
de knijper in de mond het bierviltje naar de overkant te brengen. Hiervoor moet
je wel heel erg close worden.
Spel het juk:
We gaan het juk eens echt ervaren. Henze heeft letterlijk 2
jukken gemaakt. Een juk voor één persoon met twee zware emmers zand. Die moet
naar de overkant. Daar staat de ander klaar met een dubben juk waaraan de
emmers worden gebonden. Nu mogen ze de emmers met z'n tweeën terug tillen. Welk
groepje doet dit het snelst.
Vastgebonden
We doen nog een spel: Nu is het de bedoeling 1 persoon zo
vast mogelijk vast te maken met tape. De jongens tegen de meisjes. Ze mogen de
tiener zo vast mogelijk binden en daarna wisselen de groepen. Nu is het de
bedoeling om diegene zo snel mogelijk los te maken. Welke groep is het eerst?
Spel waterestafette.
Met 2 sponzen en 4 emmers en 2 teams. Bij de emmer aan de overkant staat
vanger. De eerste maakt de spons nat en gooit hem naar de vanger van zijn team.
Die de spons uitwringt en daarna naar de overkant rent en de spons aan de
volgende geeft. De gooier is nu de vanger enz. Na 2 minuten bekijken we het
resultaat.
Het knuffelspel:
We maken 2 teams. De meisjes tegen de jongens. Elk team heeft een knuffel, een
bord en ducktape. In verschillende ruimten moeten ze de knuffel zo stevig
mogelijk aan het bord vastmaken.. Hierna wisselen de borden met de knuffel van
team. Welk team kan de knuffel het snelst losmaken? De meisjes winnen.
De rug op
Twee aan twee bij elkaar op de rug en proberen een bal in 1x
in de emmer gooien. Welke groep heeft de
meeste ballen in de emmer.
Pasen estafette
in 4 groepen van 4 een estafette spel doen. We hebben een
groot kruis dat ze met z'n vieren naar de eerste opdracht moeten dragen. Daar
moet één met een zweep de kopjes van een tafel slaan, Dan met het kruis naar de
volgende opdracht, Emmers met zand naar de overkant dragen. Dan weer verder met
het kruis naar de 30 muntjes die ze in een emmer moeten gooien. Als laatste
lopen ze met het kruis naar de balk, hamer en spijkers en mogen 3 spijkers in
de balk slaan. En dan mag de volgende groep.
Out of the box
Dozen stapelen. We hebben een stuk of 20 platte
verhuisdozen. De dozen moeten in elkaar en daarna op elkaar gestapeld worden.
Welke groep maakt de hoogste Stappel?
In de mand
Met een weegschaal en een mand. Elke groep maakt een stapel
van de spullen die ze bij zich hebben. Jassen, schoenen, telefoon. Spullen die
ze bij zich hebben. De stapel van elk team wordt gewogen. De groep die de
meeste kilo's levert wint het spel.
Negerzoenenestrafette:
Twee aan twee klemmen de tieners een negerzoen tussen
elkaars wang en proberen de negerzoen over een hindernis parcours zo
onbeschadigd mogelijk terug te brengen. De tieners met de negerzoen die het
minst beschadig is hebben gewonnen.
Tekst doorgeven.
Twee rijen. De voorste persoon krijgt pen en papier. De
achterste krijgt een zin. Door de letters 1 voor 1 op de rug van de voorganger
te schrijven komt de tekst op papier?
letterestafetespel.
We hebben op kartonnen bordjes 2 x het abc neergelegd. De
letters liggen door elkaar. We verdelen de groep in twee en houden een woorden
estafette. Probeer door 1 voor 1 met elkaar door 1 of 2 keer heen en weer te
lopen (afhankelijk van de groepsgrote) letters bij elkaar te krijgen waarmee je
met elkaar een zo lang mogelijk woord kan maken.
Hupspel.
We maken twee groepen. Iedere groep heeft een langwerpig
stuk zeil waar ze met zijn allen op moeten staan. Door te overleggen moeten ze
naar voren zien te komen. Bijvoorbeeld om tegelijk naar voren te huppen 1,2,3..
hup.
Bekertjes omstapelen.
We hebben 20 rode bekertjes en 1 witte onderop. Door de rode
bekertjes van bovenaf te pakken en onder weer aan te sluiten komt het witte
bekertje boven. Wie van de twee is het snelst met omstapelen?
Scrabble estafette.
Er zijn twee groepen en ieder mag 2x 2 scrabble steentjes
uit de kom halen. De groep de van de letters het langste woord kan maken heeft
gewonnen.
Water kruien.
Twee groepen. We hebben water en bekertjes. 1 persoon neemt
het bekertje water in zijn mond en de ander brengt hem als kruiwagen naar de
overkant. Welke groep brengt het meeste water naar de overkant.
The eye of the tiger.
We staan in een grote kring en houden elkaars handen stevig
vast en krijgen de instructie om niet los te laten. We staan om een stoel waar
iemand op zit. Als die persoon je raakt ben je af. Maar als mensen aan de ene
kant van de kring wegtrekken komen de anderen aan de andere kant van de kring
dichterbij. Leuk maar ruig spel.
blikjes estafette
Er zijn 2 groepen die elk 5 lege bierblikjes hebben. Door
het lipje moet een aantal spaghettistokje die aan beide kanten met de mond
worden opgetild. 2 aan 2 moeten de tieners het blikje aan de spaghetti optillen
en naar de andere tafel brengen.
Bananenspel
De twee groepen gaan achter elkaar liggen. Ieder met de
voeten bij de schouder van de ander. Een lange rij. De eerste krijgt een banaan
tussen de voeten en buigt zijn benen over zijn hoofd. De volgende moet de
banaan met de voeten overpakken en doorgeven naar achter.
Kleedjes race.
Twee groepen hebben allebei een bak met spekjes. Een persoon
moet op het kleedje zitten met een bierviltje in de mond en daarop een spekje.
Door je heen en weer te bewegen gaat het kleedje naar voren. Het spekje gooi je
in het bakje aan het eind. Wie heeft als eerste het bakje met spekjes leeg.
Met de neus in de
boter vallen.
We hebben een bak met bolletjes watten en een schoteltje met
boter. De neus moet in de boter en dan moet je een watje aan je neus plakken en
naar de overkant. Wie heeft er binnen 1 minuut zoveel mogelijk watjes naar de
overkant.
Raadspelletjes
Dirigentje.
We staan in een kring. Eén persoon gaat buiten gehoorafstand
en wij wijzen een dirigent aan die aan moet geven welk instrument we spelen.
Dan gaat de persoon die buiten de kring was in de kring staan en de dirigent
beeld een instrument uit en iedereen doet hem na. Nu moet de persoon in het
midden raden wie de dirigent is.
Liefde is:
Er ligt een hartje op de grond en ieder die wil mag een
vinger op het hartje leggen en er zo snel mogelijk in 10 tellen om heen rennen.
Helemaal duizelig van liefde krijgt ieder een kaartje met een plaatje. Liefde
is...en dan moet het plaatje uitgebeeld worden.
Praten met volle
mond:
De voorlezer krijgt 3 spekjes in de mond en moet een tekst
voorlezen en de groep moet raden welk spreekwoord het is.
spel: Maak een keus.
Je hebt 3 opties of je bent een danser, ninja of
schommelaar. Eén gaat met de rug naar de groep staan en zegt maak een keus en
draait zich om en ieder laat zien wat hij/zij gekozen heeft. Heb je hetzelfde
als degene die voor de groep staat dan mag je bij diegene staan en maak je
samen een nieuwe keuze en roept samen: Maak een keus en draaien weer om. Totdat
er nog 1 over is.
Wat zit er in het
pakje.
We hebben een beeldje ingepakt en alleen door te voelen mag
je raden wat in het pakje zit. Niemand kan het echt raden. Je kan zeggen dat
het hard is, van steen? etc, etc. Als je iets niet hebt gezien kan je er weinig
over vertellen.
Ik voel wat jij niet
voelt
In een krat zitten 6 dingen. Iedereen mag 20 tellen voelen
en dan opschrijven welke 6 dingen ze hebben gevoeld.
snoepjes memory.
Onder verschillende omgekeerde bekertjes zitten snoepjes en
fruit. Vind je twee dezelfde dan mag je ze hebben.
Spel levend
schilderij.
Maak met de groep een levend schilderij van een situatie
waarin vluchtelingen terecht kunnen komen. Verdeel onderling de rollen en beeld
het uit. Kan de andere groep raden in welke situatie de vluchteling is terecht
gekomen?
Wat is er veranderd
We gaan bij elkaar staan en maken nemen een houding aan
"een levend schilderij". 1 persoon moet goed naar de groep kijken en
dan even de zaal uit. We veranderen een paar dingen aan het "schilderij"
en dan mag degene weer binnen komen. Zie je wat er veranderd is?
Wie staan er achter
je?
We doen nog een raadspel. Raad met hoeveel we achter je
staan.
Wie ben ik spel.
Deel briefjes met vragen uit. Hier op mag iedereen invullen
wat zijn favoriete drankje is, waarvoor hij/zij wakker voor gemaakt mag worden,
waar hij/zij een hekel aan heeft en wat een droomwens is, met wie zou je graag
een dagje willen ruilen, de kleur ogen en schoenmaat en dan de naam. Alle
briefjes komen in een doos. Hierna wordt er een briefje uitgetrokken en voorgelezen.
Wie weet als eerste wie de persoon op het briefje is???
Hints.
Probeer voor de groep een woord uit te beelden met gebaren
ipv woorden. Wij geven woorden als onzichtbaar, vuurtoren, Melkweg, regenwolk,
diepzeeduiken etc.
Wie ben jij?
Iedereen krijgt een bordje op zijn rug met een naam van een
bekende persoon. Door vragen aan elkaar te stellen die alleen met ja en nee
beantwoord mogen worden moet je erachter komen wie je bent.
Andere manier. Nu mag één tiener een pet op doen met een
naam erop. Hij moet door vragen aan de groep te stellen erachter komen wie hij
is. Nu gaat het erom wie dat het snelste kan.
Blindemannetje.
Eén krijgt een blinddoek op en moet door de ander te voelen
aan het gezicht raden wie het is.
Kan je het onthouden?
spel. Ze moeten 12 produkten die ik laat zien onthouden maar
zodra ze willen schrijven worden ze afgeleid door andere plaatjes.
Wat zit er in de box.
Er is een doos met een lap erover. Er zitten enge dingen in
maar ook wat mandarijnen. Ieder moet voelen hoeveel manderijnen in de doos
zitten. Er zitten ook andere dingen in zoals plakkerige balletjes, nepballen,
nepslijm.
Bijbelse Tijdlijn
We hebbben een tijdlijn gemaakt en hebben kaartjes allerlei
bijbelse verhalen van de prentenbijbelkwartet. Van de schepping, Abraham,
Noach, Jozef etc. De tieners moeten de kaartjes in de goede volgorde op de
tijdlijn leggen. We hebben een boek met de tijdlijn op tafel waarin ze even
mogen spieken.
Competitiespel
Jeu de boules spel
Jeu de boules spel met zelfgemaakte bierviltjes. Eén zwarte
viltje ligt er al en het is de bedoeling met een ander wit viltje zo dicht
mogelijk bij de zwarte te komen. Ieder mag een keer proberen en ieder krijgt
nog een keer een herkansing.
Spel met veterdrop.
Maar wij doen het spel met vetersnoep...Ieder doet het
uiteinde in de mond en de handen op de rug. Wie heeft als eerste de veter naar
binnen? Een hele oefening om dat voor elkaar te krijgen.
spel met spekjes.
Ieder krijgt 3 spekjes en in tweetallen mogen ze tegenover
elkaar gaan staan en proberen een spekje met de mond op te vangen die de ander
gooit. Een groepje kan in totaal 6 punten verdienen.
Mijnenveld.
We doen het spel mijnenveld met twee
groepen. We hebben 25 kartonnen borden op de grond liggen. Ik heb de route en
de groep gaat in een rij achter elkaar staan. Eén voor één proberen ze via de
borden naar de overkant van de kamer te komen. Maar als ze op een mijn stappen
(De borden die ik niet heb uitgekozen als route) zeg ik boem en moeten ze
achteraan de rij weer aansluiten en mag de volgende verdergaan met te ontdekken
via welke borden ze naar de overkant komen. Ze mogen recht en diagonaal maar
mogen niet over een bord heen stappen.
Voetenpoortspel.
Twee groepen liggen tegenover elkaar met de voeten tegen
elkaar aan. Twee aan twee krijgen ze een nummer. Als ik 5 roep staan die twee
op gaan over de benen van de ander en rennen om naar hun eigen plek. Wie is als
eerste?
Levend stratego.
Wie ben je bepaald welke macht je hebt. We hebben twee groepen en ieder krijgt
een kaartje. Met een bal moet je proberen tussen de benen van de tegenpartij de
gooien. Dan laat je elkaar het kaartje zien. Degene die hoger in rang is krijgt
het kaartje van de ander die een nieuw kaartje krijgt. Welke groep heeft aan
het eind de meeste kaartjes?
Met 9 stoelen en 2 teams. Ieder krijgt een nummer. 2 nummers
1, 2 nummers 3 etc. Als ik 1 zeg gaan de enen uit beide teams naar de stoelen
en moet zo snel mogelijk zitten wie het eerst zit mag blijven zitten en laten
zien of hij of zij een X of een O door handen op die manier boven het hoofd te
houden.
wc rollentoren.
De groep wordt in tweeën gesplitst. Nu mogen ze allebei een
toren bouwen. Pas als de toren op hoogte komt vertellen we dat de andere groep
hem zomenteen met een balletje moet omgooien. Het gaat er dus niet om dat hij
hoog wordt maar dat de toren sterk staat.
mummy spel.
De groep wordt in groepjes van twee gedeeld. Dus twee aan
twee mogen ze kiezen wie er in gepakt gaat worden. Wie is er na 3 minuten het meest ingepakt?
Komkommerspel
Ieder krijgt een plakje komkommer die ze op hun kin moeten
balanceren. Nu is het de bedoeling om te proberen het plakje komkommer van de
ander er af te stoten zonder dat jouw plakje valt.
Even of oneven.
Iedereen krijgt een zakje met 9 gekleurde snoepjes. Je mag
een even of oneven aantal in je hand stoppen en dan naar iemand toegaan. Je
vraagt even of oneven. Is het goed geraden dan krijgt diegene die snoepjes. Is
het fout dan moet de ander vragen even of oneven. En zo door... Ben je al je
snoepjes kwijt dan mag je gaan zitten.
Beerpong
maar dan met ranja, cola, water etc. Twee personen hebben
ieder een paar gevulde bekertjes voor zich staan. Allebei krijgen ze een
pingpong balletje die ze in het bekertje van de ander moeten proberen te
gooien. Komt het balletje erin dan moet de tegenpartij dat bekertje drinken.
Ieder mag 5 x proberen en dan zijn de volgende twee.
Polonaise.
De voorste moet proberen de achterste te tikken. Wie getikt
is mag gaan zitten.
Cupidospel.
Met een pijl en boog moeten we allemaal proberen om 3
blokjes om te schieten.
Het stopsnoepje.
Op tafel staan 16 bekertjes. Onder elk bekertje liggen
snoepjes. Een persoon gaat de gang op en de rest wijst een bekertje aan. Als
dit bekertje wordt gepakt moet degene stoppen met het pakken van bekertjes.
Keuzes maken. Sommigen pakken gelijk het stopbekertje en hebben weinig snoepjes
en sommigen pakken de beker als laatste en hebben veel snoepjes.
"waterstorm".
Met een dienblad met bekertjes moeten 4 groepjes van 4 een
rondje om het huis rennen. Wie heeft het meeste water nog in de bekertjes? En
welke groep is het snelst? De bekertjes zijn bijna allemaal vol gebleven.
Zoek de fotospel
In huis zijn 5 foto's verstopt van bekende Nederlanders..
Miss Montreal, Mark Rutte, Enzo Knol, Klaasje Meijer en SSundee. Wie heeft alle
foto’s gevonden.
Spel "hapjes en
drankjes"
We hebben sateprikkers en zakken met verschillende soorten
snoep, knackworstjes. kaas en augurk. De opdracht is: "Maak van al deze
ingrediënten en zelfbedachte snack en presenteer die aan de groep"
Zure bom
Met sateprikkers en elastiekjes een kattepult maken om een
bom af te schieten. Geen gewone bom maar een zure bom. Welke groep schiet de bom
het verste?
Levend boter, kaas en
eieren.
Er staan negen vakjes op de grond. En er zijn 2 groepen. Om
de beurt mag iemand in een vak gaan staan. Het is de bedoeling om 3 op een rij
te krijgen.
Tisjoe trekken.
We hebben vier dozen met tissue's 4 tieners moeten zo snel
mogelijk de papiertjes 1 voor 1 uit het doosje trekken. Degene die dat het
snelst doet heeft gewonnen.
4viertje staan
We verdelen de groep in twee. Elke groep krijgt een A4tje en
de bedoeling is om daar met zoveel mogelijk van je groepje op te gaan staan. Je
voet moeten contact hebben met het papier. Je mag bij elkaar op de rug.
Soepstengel spel.
Groepjes van 2 strijden met elkaar. Eén gaat op de rug van
de ander met een soepstengel in de mond. Dan wordt er met de soepstengel tegen
de andere groep gestreden. Degene van wie de soepstengel breekt heeft verloren.
Maak een vierkant
3 groepen van 4 personen. Ieder krijgt een blinddoek om een
een lang stuk touw in handen. Het is de bedoeling om met zijn vieren de touw in
een vierkant te leggen. Ook hier moet een de leiding nemen en een goed idee
bedenken. (Bijvoorbeeld de twee uiteinden aan elkaar knopen en dan ieder op een
hoek proberen te staan, dit zeg je er natuurlijk niet bij)
1,2,3 spel.
Twee aan twee. Om en om zeggen ze 1,2,3 en dat is best
ingewikkeld. Nu wordt 1 een klap in de handen 2,3. Na dit te hebben geoefend
wordt het klap, stamp 3 en na dit te hebben geoefend wordt het klap stamp draai
rond. Het is behoorlijk ingewikkeld omdat je steeds om en om moet klappen en
stampen en draaien. Je moet je hoofd er dus goed bij houden.
Grootste ballon
We hebben ook nog extra grote ballonnen. Drie vrijwilligers
mogen proberen de grootst mogelijke ballon te blazen zonder dat ie knapt.
Bijbelteksten zoeken
In de ruimte hebben we papiertjes met Gods beloften
verstopt. Die mogen gezocht worden en dan op een hart geplakt worden. Er staat:
Ik ben met je alle dagen van de wereld tot aan de voltooiing van deze
wereld...Wees niet bang want ik ben met je...Mijn ogen gaan over de aarde om je
krachtig bij te staan als je op mijn woord gelooft....Zoek en je zult vinden
klop en er zal worden open gedaan bid en je zult gegeven worden...etc.
Haha spel
In viertal op de grond liggen in een vierkant met de hoofden
op elkaars buik. De een zegt ha twee haha, de derde hahaha etc.
Knee-tag.
In tweetallen staan we tegenover met de knieën bij tegen
elkaar aan en de handen op de knieën Nu is het de bedoeling op elkaar op de knie
te slaan.
Candylift.
Twee potloden met aan de uiteinden een stuk touw. De touw
gaat achter de oren. De potlood hangt horizontaal en er wordt een smartie op
gelegd. Door langzaam en gelijkmatig aan de touwtjes te trekken komt de potlood
met het snoepje naar je mond. Leuk spel maar wel heel moeilijk.
Pong
Ieder krijgt 6 pingpong ballen en die moeten met een stuit
in een emmertje gemikt worden.
Plastic bekertjes
stapelen.
We hebben twee groepen en allebei gaan ze samen in korte
tijd een zo hoog mogelijke toren van bekertjes maken. Des te sneller je wilt
des te moeilijker het gaat. Neem de tijd. en maak goede keuzes.
Omschieten
Pringlesbussen omver proberen te schieten met postelastiek
Kopbal.
In een panty zit een bal. de bovenkant van de panty trek je
over je hoofd. Op de grond staan bierflesjes die je al slingerend met je hoofd
moet omgooien.
Films
Onderwerpen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten