woensdag 22 oktober 2014

Spelletjes

 Hieronder wat leuke ideeën voor Club en jeugdwerk.

Spelletjes

Spelletjes voor Tienerdiensten

Kringspelen
Spel: Opsporing verzocht
Alle tieners mogen elkaar goed bekijken. Dan sluiten ze de ogen. Eén iemand wordt aangetikt die loopt naar de gang. De tieners mogen weer kijken. De groepsleider speelt nu de politie en stelt vragen: Hoe heet de verdwenen persoon? Wat voor kleur trui heeft het aan?  Staat er een tekst op de kleren? Wat voor schoenen, sokken? Draagt het een bril? Draagt het oorbellen? Hoe groot is de persoon?. Als iedereen bevraagd is mag degene weer binnenkomen. Wat klopte en wat niet?
Beweging memory.
We staan in een kring. Eén persoon gaat op de gang en in tweetallen spreek je een beweging af. Degene die op de gang staat mag weer binnenkomen en twee personen aanwijzen die hun eigen beweging doen. Zijn de bewegingen gelijk dan heeft hij een punt. Hij gaat net zolang door totdat alle tweetallen zijn gevonden.
Complimentenspel
De tieners zitten in een kring om een bak met spekkies heen. Je mag zoveel pakken als je wilt maar voor elk spekkie moet je een positief complimentje schrijven op een post-it en in een doos stoppen. Het complimentje moet gericht zijn aan iemand uit de kring. We hangen alle papiertjes op de buitendeur. Bij het naar huis gaan mag je de complimentjes lezen.

Spel:  Elektrische schok

spel levend memory.
Ieder krijgt een zakje met een vrucht (appel, sinaasappel, peer, appel, kiwi en citroen). Van elke vrucht zijn er 2. Je mag in het zakje kijken maar niet aan de ander laten zien. Nu moet 1 iemand in het midden komen en proberen 2 gelijken te vinden. Is hij af dan mag hij gaan zitten en mag de volgende raden. Als hij iemand kiest die zijn eigen vrucht heeft dan is dat ook een setje en mag hij doorgaan.
Spring door de ring.
We gaan allemaal in een kring staan en geven onze handen te gebruiken de hoepel door.

Psychiatertje.
We verzinnen als groep een lichamelijke en "geestelijke" handicap. Bijvoorbeeld lichamelijk,  je neus aanraken of met je voet wiebelen en geestelijk, het woordje ik, eh, of maar. Eén gaat de kring uit en wij spreken af wat we doen. Degene die weg was moet door vragen te stellen erachter komen welke lichamlijke en geestelijke handicap we hebben.
Waar is de ring
Weer staan we in een kring en houden een rond koord vast. Aan het koord zit een ring die we doorgeven. Degene die in de kring staat mag 3 keer raden waar de ring is.
Spel snoepje smaakt naar…. Bijvoorbeeld alle woorden die beginnen met een L. Of volgorde van het alfabet A, B, C Zak snoepjes en uitdelen als goed woord wordt uitgesproken. Tieners moet zelf achter wat de regel komen is om een snoepje te krijgen. Wanneer je een snoepje krijgt en niet aan elkaar vertellen.
Spel zip zap zop Je wijst naar de ander en zegt zip waarop die ander naar een ander wijst en zap zegt die dan weer naar een ander wijst en zop zegt en dan zo snel mogelijk.
spel crazy name 
Verzin een passende bijnaam die begint met dezelfde letter als je eigen naam. Bijvoorbeeld: drummende daniel, juichende jonathan, hevige henze, dansende diane (Een variatie op het spel ik ga op vakantie en neem mee....). De volgende persoon herhaalt de namen van alle vorige personen.
 Whispers challengeOp deze manier De zin de wordt voorgelezen aan degene die de koptelefoon is "zie ik sta aan de deur en ik klop" Is de zin goed doorgefluisterd?
Groepsvertrouwen
We maken een kring en slaan de armen om elkaar heen. Eén persoon staat buiten de kring en moet in de kring proberen te komen. Kan je op elkaar aan.
keten
We maken een keten door op handen op de grond en de benen op de rug van de ander te leggen. Veel hilariteit.

Estafette spelen
Bellen door de hoepel.
Twee teams die allebei een potje bellenblaas krijgen. De eerste mag een bel blazen en moet die bel door een hoepel blazen die verderop omhoog wordt gehouden. Is de bel door de hoepel dan mag de volgende.
Waterspel:
buiten. 2 lege emmers en 2 volle emmers aan de overkant. Met een bekertje water halen en in de lege emmer vullen in twee groepen. Welke zit het meeste water.
balonnenestafette.
Twee aan twee en twee groepen. Elk stelletje staat met de rug naar elkaar toe en daartussen een ballon.  Je handen houdt je op hoofd. Met z'n tweeën moet je zo snel mogelijk naar de overkant en als je de muur aantikt mogen de volgende twee.
Ballonnenestafette 2
Back to back balonnenrace. twee teams moeten een ballon op hun rug klemmen onder hun armen en tussen de knieën en deze ballonnen moet overgepakt worden door het volgende team zonder handen. Na de race worden de ballonnen geplet.
spagetti spel.
Twee aan twee met een spagetti in de mond naar de overkant lopen maar pas op het is breekbaar.
kruiwagenspel.
We hebben twee groepen en als de ene de ander als kruiwagen naar de overkant is gebracht mag de "kruiwagen" de volgende ophalen en naar de overkant kruien tot iedereen naar de overkant is. Welke groep is als eerste aan de overkant?
spel hoekepak
(paardje rijden). Ook twee groepen. De een bij de ander op de rug een parcours afleggen. Welke groep is dit keer als eerste?
Propjes vangspel
Eén persoon houdt een emmer boven zijn hoofd en de anderen van de groep gooien met propjes. Het team dat de meeste propjes vangt heeft gewonnen. We praten erover door.
spel de rups.
Je gaat in twee rijen achter elkaar op de grond zitten en houdt elkaars enkels vast door je handen naar achteren uit te strekken. Er is een finishlijn en nu is het de bedoeling om al schuivend met elkaar naar de overkant te komen. Welke groep is het snelst?
Maak de man
Je hebt nodig: lichaamsdelen van karton, 2 armen, 2 benen, romp en hoofd, splitpennen en een dobbenlsteen. Het hoofd heeft nr.1, de romp nr. 2, de linker en rechterbeen zijn 3 en 4 en de linker en rechterarm zijn 5 en 6. We vormen groepen en gooien om de beurt met een dobbelsteen. Welke groep heeft als eerste een heel lichaam. Na dit spel mag de pop met splitpennen in elkaar gezet worden en worden versierd.
Legospel
Spel twee groepen die allebei iemand kiezen die geblinddoekt een legominisetje in elkaar moeten zetten op aanwijzingen uit de groep. Welke groep heeft als eerste het setje in elkaar?
Zuigbal.
Er zijn twee groepen. Ieder krijgt een groot rietje. We hebben luchtige chocoladebolletjes. De twee groepen gaan in een rij staan en de eerste moet een balletje aan het rietje zuigen en doorgeven aan de volgende.
Waar ga je heen?
Dit spel is met een dobbelsteen. De dobbelsteen bepaald niet het aantal stappen dat je mag zetten maar welke kant je de stap mag zetten. 1 en 6 in een stap vooruit. 2 een stap achteruit, 3 zelf kiezen, en 4 en 5 is naar links en rechts. Het doel is aan de overkant van de kamer te komen door het rollen van de dobbelsteen. Welke groep is het eerst aan de overkant?
Wat is in?
Renspel Muts, sjaal, hoed etc. 1 gaat het halen, 2 zet het op. maar dan zeg je dat muts en de muts moet worden teruggelegd en de hoed moet worden gehaald dus snel wisselen.
Pepermunt stapelen:
We doen een spel. Propjes in de emmer gooien. Een deel van de groep gooit de propjes en een ander deel stapelt pepermuntjes. Als de pepermuntjestoren omvalt worden de propjes in de emmer geteld.
Pingpongspel
spel waarbij je twee aan twee allebei een pingpongbal balanceren op een kartonnen bordje. Je loop naar de emmer en probeert de pingpongbal erin te gooien. Wie is als eerste. De winnaar moet weer met de winnaar en zo houden we een winnaar over.
Pingpongspel 2.
In tweetallen met een kartonnetje al lopend naar de overkant een pingpongbal overslaan en aan het einde in een emmertje proberen te krijgen. Welke groep heeft de meeste pingpong ballen.
Close to you
spel met bierviltjes en 4 knijpers. We hebben alleen geen bierviltjes dus hebben we een vierkant kartonnetje. Probeer met z'n vieren met de knijper in de mond het bierviltje naar de overkant te brengen. Hiervoor moet je wel heel erg close worden.
Spel het juk:
We gaan het juk eens echt ervaren. Henze heeft letterlijk 2 jukken gemaakt. Een juk voor één persoon met twee zware emmers zand. Die moet naar de overkant. Daar staat de ander klaar met een dubben juk waaraan de emmers worden gebonden. Nu mogen ze de emmers met z'n tweeën terug tillen. Welk groepje doet dit het snelst.
Vastgebonden
We doen nog een spel: Nu is het de bedoeling 1 persoon zo vast mogelijk vast te maken met tape. De jongens tegen de meisjes. Ze mogen de tiener zo vast mogelijk binden en daarna wisselen de groepen. Nu is het de bedoeling om diegene zo snel mogelijk los te maken. Welke groep is het eerst?
Spel waterestafette. Met 2 sponzen en 4 emmers en 2 teams. Bij de emmer aan de overkant staat vanger. De eerste maakt de spons nat en gooit hem naar de vanger van zijn team. Die de spons uitwringt en daarna naar de overkant rent en de spons aan de volgende geeft. De gooier is nu de vanger enz. Na 2 minuten bekijken we het resultaat.
Het knuffelspel: We maken 2 teams. De meisjes tegen de jongens. Elk team heeft een knuffel, een bord en ducktape. In verschillende ruimten moeten ze de knuffel zo stevig mogelijk aan het bord vastmaken.. Hierna wisselen de borden met de knuffel van team. Welk team kan de knuffel het snelst losmaken? De meisjes winnen.
De rug op
Twee aan twee bij elkaar op de rug en proberen een bal in 1x in de emmer gooien.  Welke groep heeft de meeste ballen in de emmer.
Pasen estafette
in 4 groepen van 4 een estafette spel doen. We hebben een groot kruis dat ze met z'n vieren naar de eerste opdracht moeten dragen. Daar moet één met een zweep de kopjes van een tafel slaan, Dan met het kruis naar de volgende opdracht, Emmers met zand naar de overkant dragen. Dan weer verder met het kruis naar de 30 muntjes die ze in een emmer moeten gooien. Als laatste lopen ze met het kruis naar de balk, hamer en spijkers en mogen 3 spijkers in de balk slaan. En dan mag de volgende groep.
Out of the box
Dozen stapelen. We hebben een stuk of 20 platte verhuisdozen. De dozen moeten in elkaar en daarna op elkaar gestapeld worden. Welke groep maakt de hoogste Stappel?
In de mand
Met een weegschaal en een mand. Elke groep maakt een stapel van de spullen die ze bij zich hebben. Jassen, schoenen, telefoon. Spullen die ze bij zich hebben. De stapel van elk team wordt gewogen. De groep die de meeste kilo's levert wint het spel.
Negerzoenenestrafette:
Twee aan twee klemmen de tieners een negerzoen tussen elkaars wang en proberen de negerzoen over een hindernis parcours zo onbeschadigd mogelijk terug te brengen. De tieners met de negerzoen die het minst beschadig is hebben gewonnen.
Tekst doorgeven.
Twee rijen. De voorste persoon krijgt pen en papier. De achterste krijgt een zin. Door de letters 1 voor 1 op de rug van de voorganger te schrijven komt de tekst op papier?
letterestafetespel.
We hebben op kartonnen bordjes 2 x het abc neergelegd. De letters liggen door elkaar. We verdelen de groep in twee en houden een woorden estafette. Probeer door 1 voor 1 met elkaar door 1 of 2 keer heen en weer te lopen (afhankelijk van de groepsgrote) letters bij elkaar te krijgen waarmee je met elkaar een zo lang mogelijk woord kan maken.
Hupspel.
We maken twee groepen. Iedere groep heeft een langwerpig stuk zeil waar ze met zijn allen op moeten staan. Door te overleggen moeten ze naar voren zien te komen. Bijvoorbeeld om tegelijk naar voren te huppen 1,2,3.. hup.
Bekertjes omstapelen.
We hebben 20 rode bekertjes en 1 witte onderop. Door de rode bekertjes van bovenaf te pakken en onder weer aan te sluiten komt het witte bekertje boven. Wie van de twee is het snelst met omstapelen?
Scrabble estafette.
Er zijn twee groepen en ieder mag 2x 2 scrabble steentjes uit de kom halen. De groep de van de letters het langste woord kan maken heeft gewonnen.
Water kruien.
Twee groepen. We hebben water en bekertjes. 1 persoon neemt het bekertje water in zijn mond en de ander brengt hem als kruiwagen naar de overkant. Welke groep brengt het meeste water naar de overkant.
The eye of the tiger.
We staan in een grote kring en houden elkaars handen stevig vast en krijgen de instructie om niet los te laten. We staan om een stoel waar iemand op zit. Als die persoon je raakt ben je af. Maar als mensen aan de ene kant van de kring wegtrekken komen de anderen aan de andere kant van de kring dichterbij. Leuk maar ruig spel.
blikjes estafette
Er zijn 2 groepen die elk 5 lege bierblikjes hebben. Door het lipje moet een aantal spaghettistokje die aan beide kanten met de mond worden opgetild. 2 aan 2 moeten de tieners het blikje aan de spaghetti optillen en naar de andere tafel brengen.
Bananenspel
De twee groepen gaan achter elkaar liggen. Ieder met de voeten bij de schouder van de ander. Een lange rij. De eerste krijgt een banaan tussen de voeten en buigt zijn benen over zijn hoofd. De volgende moet de banaan met de voeten overpakken en doorgeven naar achter.
Kleedjes race.
Twee groepen hebben allebei een bak met spekjes. Een persoon moet op het kleedje zitten met een bierviltje in de mond en daarop een spekje. Door je heen en weer te bewegen gaat het kleedje naar voren. Het spekje gooi je in het bakje aan het eind. Wie heeft als eerste het bakje met spekjes leeg.
Met de neus in de boter vallen.
We hebben een bak met bolletjes watten en een schoteltje met boter. De neus moet in de boter en dan moet je een watje aan je neus plakken en naar de overkant. Wie heeft er binnen 1 minuut zoveel mogelijk watjes naar de overkant.
Raadspelletjes
Dirigentje.
We staan in een kring. Eén persoon gaat buiten gehoorafstand en wij wijzen een dirigent aan die aan moet geven welk instrument we spelen. Dan gaat de persoon die buiten de kring was in de kring staan en de dirigent beeld een instrument uit en iedereen doet hem na. Nu moet de persoon in het midden raden wie de dirigent is.
Liefde is:
Er ligt een hartje op de grond en ieder die wil mag een vinger op het hartje leggen en er zo snel mogelijk in 10 tellen om heen rennen. Helemaal duizelig van liefde krijgt ieder een kaartje met een plaatje. Liefde is...en dan moet het plaatje uitgebeeld worden.
Praten met volle mond:
De voorlezer krijgt 3 spekjes in de mond en moet een tekst voorlezen en de groep moet raden welk spreekwoord het is.
spel: Maak een keus.
Je hebt 3 opties of je bent een danser, ninja of schommelaar. Eén gaat met de rug naar de groep staan en zegt maak een keus en draait zich om en ieder laat zien wat hij/zij gekozen heeft. Heb je hetzelfde als degene die voor de groep staat dan mag je bij diegene staan en maak je samen een nieuwe keuze en roept samen: Maak een keus en draaien weer om. Totdat er nog 1 over is.
Wat zit er in het pakje.
We hebben een beeldje ingepakt en alleen door te voelen mag je raden wat in het pakje zit. Niemand kan het echt raden. Je kan zeggen dat het hard is, van steen? etc, etc. Als je iets niet hebt gezien kan je er weinig over vertellen.
Ik voel wat jij niet voelt
In een krat zitten 6 dingen. Iedereen mag 20 tellen voelen en dan opschrijven welke 6 dingen ze hebben gevoeld.
snoepjes memory.
Onder verschillende omgekeerde bekertjes zitten snoepjes en fruit. Vind je twee dezelfde dan mag je ze hebben.
Spel levend schilderij.
Maak met de groep een levend schilderij van een situatie waarin vluchtelingen terecht kunnen komen. Verdeel onderling de rollen en beeld het uit. Kan de andere groep raden in welke situatie de vluchteling is terecht gekomen?
Wat is er veranderd
We gaan bij elkaar staan en maken nemen een houding aan "een levend schilderij". 1 persoon moet goed naar de groep kijken en dan even de zaal uit. We veranderen een paar dingen aan het "schilderij" en dan mag degene weer binnen komen. Zie je wat er veranderd is?
Wie staan er achter je?
We doen nog een raadspel. Raad met hoeveel we achter je staan.
Wie ben ik spel.
Deel briefjes met vragen uit. Hier op mag iedereen invullen wat zijn favoriete drankje is, waarvoor hij/zij wakker voor gemaakt mag worden, waar hij/zij een hekel aan heeft en wat een droomwens is, met wie zou je graag een dagje willen ruilen, de kleur ogen en schoenmaat en dan de naam. Alle briefjes komen in een doos. Hierna wordt er een briefje uitgetrokken en voorgelezen. Wie weet als eerste wie de persoon op het briefje is???
Hints.
Probeer voor de groep een woord uit te beelden met gebaren ipv woorden. Wij geven woorden als onzichtbaar, vuurtoren, Melkweg, regenwolk, diepzeeduiken etc.
Wie ben jij?
Iedereen krijgt een bordje op zijn rug met een naam van een bekende persoon. Door vragen aan elkaar te stellen die alleen met ja en nee beantwoord mogen worden moet je erachter komen wie je bent.
Andere manier. Nu mag één tiener een pet op doen met een naam erop. Hij moet door vragen aan de groep te stellen erachter komen wie hij is. Nu gaat het erom wie dat het snelste kan.
Blindemannetje.
Eén krijgt een blinddoek op en moet door de ander te voelen aan het gezicht raden wie het is.
Kan je het onthouden?
spel. Ze moeten 12 produkten die ik laat zien onthouden maar zodra ze willen schrijven worden ze afgeleid door andere plaatjes.
Wat zit er in de box.
Er is een doos met een lap erover. Er zitten enge dingen in maar ook wat mandarijnen. Ieder moet voelen hoeveel manderijnen in de doos zitten. Er zitten ook andere dingen in zoals plakkerige balletjes, nepballen, nepslijm.
Bijbelse Tijdlijn
We hebbben een tijdlijn gemaakt en hebben kaartjes allerlei bijbelse verhalen van de prentenbijbelkwartet. Van de schepping, Abraham, Noach, Jozef etc. De tieners moeten de kaartjes in de goede volgorde op de tijdlijn leggen. We hebben een boek met de tijdlijn op tafel waarin ze even mogen spieken.
Competitiespel
Jeu de boules spel
Jeu de boules spel met zelfgemaakte bierviltjes. Eén zwarte viltje ligt er al en het is de bedoeling met een ander wit viltje zo dicht mogelijk bij de zwarte te komen. Ieder mag een keer proberen en ieder krijgt nog een keer een herkansing.
Spel met veterdrop.
Maar wij doen het spel met vetersnoep...Ieder doet het uiteinde in de mond en de handen op de rug. Wie heeft als eerste de veter naar binnen? Een hele oefening om dat voor elkaar te krijgen.
spel met spekjes.
Ieder krijgt 3 spekjes en in tweetallen mogen ze tegenover elkaar gaan staan en proberen een spekje met de mond op te vangen die de ander gooit. Een groepje kan in totaal 6 punten verdienen.
Mijnenveld.
We doen het spel mijnenveld met twee groepen. We hebben 25 kartonnen borden op de grond liggen. Ik heb de route en de groep gaat in een rij achter elkaar staan. Eén voor één proberen ze via de borden naar de overkant van de kamer te komen. Maar als ze op een mijn stappen (De borden die ik niet heb uitgekozen als route) zeg ik boem en moeten ze achteraan de rij weer aansluiten en mag de volgende verdergaan met te ontdekken via welke borden ze naar de overkant komen. Ze mogen recht en diagonaal maar mogen niet over een bord heen stappen.
Voetenpoortspel.
Twee groepen liggen tegenover elkaar met de voeten tegen elkaar aan. Twee aan twee krijgen ze een nummer. Als ik 5 roep staan die twee op gaan over de benen van de ander en rennen om naar hun eigen plek. Wie is als eerste?
Levend stratego. Wie ben je bepaald welke macht je hebt. We hebben twee groepen en ieder krijgt een kaartje. Met een bal moet je proberen tussen de benen van de tegenpartij de gooien. Dan laat je elkaar het kaartje zien. Degene die hoger in rang is krijgt het kaartje van de ander die een nieuw kaartje krijgt. Welke groep heeft aan het eind de meeste kaartjes?
Met 9 stoelen en 2 teams. Ieder krijgt een nummer. 2 nummers 1, 2 nummers 3 etc. Als ik 1 zeg gaan de enen uit beide teams naar de stoelen en moet zo snel mogelijk zitten wie het eerst zit mag blijven zitten en laten zien of hij of zij een X of een O door handen op die manier boven het hoofd te houden.
wc rollentoren.
De groep wordt in tweeën gesplitst. Nu mogen ze allebei een toren bouwen. Pas als de toren op hoogte komt vertellen we dat de andere groep hem zomenteen met een balletje moet omgooien. Het gaat er dus niet om dat hij hoog wordt maar dat de toren sterk staat.
mummy spel.
De groep wordt in groepjes van twee gedeeld. Dus twee aan twee mogen ze kiezen wie er in gepakt gaat worden.  Wie is er na 3 minuten het meest ingepakt?
Komkommerspel
Ieder krijgt een plakje komkommer die ze op hun kin moeten balanceren. Nu is het de bedoeling om te proberen het plakje komkommer van de ander er af te stoten zonder dat jouw plakje valt.
Even of oneven.
Iedereen krijgt een zakje met 9 gekleurde snoepjes. Je mag een even of oneven aantal in je hand stoppen en dan naar iemand toegaan. Je vraagt even of oneven. Is het goed geraden dan krijgt diegene die snoepjes. Is het fout dan moet de ander vragen even of oneven. En zo door... Ben je al je snoepjes kwijt dan mag je gaan zitten.
Beerpong
maar dan met ranja, cola, water etc. Twee personen hebben ieder een paar gevulde bekertjes voor zich staan. Allebei krijgen ze een pingpong balletje die ze in het bekertje van de ander moeten proberen te gooien. Komt het balletje erin dan moet de tegenpartij dat bekertje drinken. Ieder mag 5 x proberen en dan zijn de volgende twee.
Polonaise.
De voorste moet proberen de achterste te tikken. Wie getikt is mag gaan zitten.
Cupidospel.
Met een pijl en boog moeten we allemaal proberen om 3 blokjes om te schieten.
Het stopsnoepje.
Op tafel staan 16 bekertjes. Onder elk bekertje liggen snoepjes. Een persoon gaat de gang op en de rest wijst een bekertje aan. Als dit bekertje wordt gepakt moet degene stoppen met het pakken van bekertjes. Keuzes maken. Sommigen pakken gelijk het stopbekertje en hebben weinig snoepjes en sommigen pakken de beker als laatste en hebben veel snoepjes.
"waterstorm".
Met een dienblad met bekertjes moeten 4 groepjes van 4 een rondje om het huis rennen. Wie heeft het meeste water nog in de bekertjes? En welke groep is het snelst? De bekertjes zijn bijna allemaal vol gebleven.
Zoek de fotospel
In huis zijn 5 foto's verstopt van bekende Nederlanders.. Miss Montreal, Mark Rutte, Enzo Knol, Klaasje Meijer en SSundee. Wie heeft alle foto’s gevonden.
Spel "hapjes en drankjes"
We hebben sateprikkers en zakken met verschillende soorten snoep, knackworstjes. kaas en augurk. De opdracht is: "Maak van al deze ingrediënten en zelfbedachte snack en presenteer die aan de groep"
Zure bom
Met sateprikkers en elastiekjes een kattepult maken om een bom af te schieten. Geen gewone bom maar een zure bom. Welke groep schiet de bom het verste?
Levend boter, kaas en eieren.
Er staan negen vakjes op de grond. En er zijn 2 groepen. Om de beurt mag iemand in een vak gaan staan. Het is de bedoeling om 3 op een rij te krijgen.
Tisjoe trekken.
We hebben vier dozen met tissue's 4 tieners moeten zo snel mogelijk de papiertjes 1 voor 1 uit het doosje trekken. Degene die dat het snelst doet heeft gewonnen.
4viertje staan
We verdelen de groep in twee. Elke groep krijgt een A4tje en de bedoeling is om daar met zoveel mogelijk van je groepje op te gaan staan. Je voet moeten contact hebben met het papier. Je mag bij elkaar op de rug.
Soepstengel spel.
Groepjes van 2 strijden met elkaar. Eén gaat op de rug van de ander met een soepstengel in de mond. Dan wordt er met de soepstengel tegen de andere groep gestreden. Degene van wie de soepstengel breekt heeft verloren.
Maak een vierkant
3 groepen van 4 personen. Ieder krijgt een blinddoek om een een lang stuk touw in handen. Het is de bedoeling om met zijn vieren de touw in een vierkant te leggen. Ook hier moet een de leiding nemen en een goed idee bedenken. (Bijvoorbeeld de twee uiteinden aan elkaar knopen en dan ieder op een hoek proberen te staan, dit zeg je er natuurlijk niet bij)
1,2,3 spel.
Twee aan twee. Om en om zeggen ze 1,2,3 en dat is best ingewikkeld. Nu wordt 1 een klap in de handen 2,3. Na dit te hebben geoefend wordt het klap, stamp 3 en na dit te hebben geoefend wordt het klap stamp draai rond. Het is behoorlijk ingewikkeld omdat je steeds om en om moet klappen en stampen en draaien. Je moet je hoofd er dus goed bij houden.
Grootste ballon
We hebben ook nog extra grote ballonnen. Drie vrijwilligers mogen proberen de grootst mogelijke ballon te blazen zonder dat ie knapt.
Bijbelteksten zoeken
In de ruimte hebben we papiertjes met Gods beloften verstopt. Die mogen gezocht worden en dan op een hart geplakt worden. Er staat: Ik ben met je alle dagen van de wereld tot aan de voltooiing van deze wereld...Wees niet bang want ik ben met je...Mijn ogen gaan over de aarde om je krachtig bij te staan als je op mijn woord gelooft....Zoek en je zult vinden klop en er zal worden open gedaan bid en je zult gegeven worden...etc.
Haha spel
In viertal op de grond liggen in een vierkant met de hoofden op elkaars buik. De een zegt ha twee haha, de derde hahaha etc.
Knee-tag.
In tweetallen staan we tegenover met de knieën bij tegen elkaar aan en de handen op de knieën Nu is het de bedoeling op elkaar op de knie te slaan.
Candylift.
Twee potloden met aan de uiteinden een stuk touw. De touw gaat achter de oren. De potlood hangt horizontaal en er wordt een smartie op gelegd. Door langzaam en gelijkmatig aan de touwtjes te trekken komt de potlood met het snoepje naar je mond. Leuk spel maar wel heel moeilijk.
Pong
Ieder krijgt 6 pingpong ballen en die moeten met een stuit in een emmertje gemikt worden.
Plastic bekertjes stapelen.
We hebben twee groepen en allebei gaan ze samen in korte tijd een zo hoog mogelijke toren van bekertjes maken. Des te sneller je wilt des te moeilijker het gaat. Neem de tijd. en maak goede keuzes.
Omschieten
Pringlesbussen omver proberen te schieten met postelastiek
Kopbal.
In een panty zit een bal. de bovenkant van de panty trek je over je hoofd. Op de grond staan bierflesjes die je al slingerend met je hoofd moet omgooien.

Films

Onderwerpen





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...